Doorwerken na pensioen, heeft gevolgen voor de alimentatie!

Thijs* een fitte AOW-er werkt nog steeds en ontvangt een arbeidsinkomen. Hij stelt dat dit arbeidsinkomen niet mag worden meegenomen bij de beoordeling van zijn draagkracht voor de betaling van partneralimentatie, omdat hij niet meer verplicht is om te werken. Wat denkt u, gaat de rechter hierin mee?  

Wat speelde er?
Thijs en Lydia* zijn in 2017 gescheiden en hebben afgesproken dat Thijs een partneralimentatie van € 2.000,- per maand aan Lydia zal betalen. Thijs wil hiervan af, omdat de omstandigheden zijn gewijzigd. Hij werkt nog wel, maar heeft onlangs de pensioen- en AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Daarnaast heeft hij een nieuw gezin waar hij voor wil zorgen. Hij doet een verzoek aan de rechtbank om de alimentatie voor Lydia moet betalen op nihil te stellen, of te verlagen. Thijs vindt dat hij niet meer verplicht is om te werken en het daardoor niet eerlijk is dat hij zijn salaris moet aanwenden om partneralimentatie te betalen. Lydia is het hier niet mee eens en vindt dat het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd geen relevante omstandigheid is en dat Thijs alimentatie moet blijven betalen.

Wijziging omstandigheden
Op grond van de wet kan door de rechter de partneralimentatie gewijzigd worden, als er sprake is van wijziging van omstandigheden. Echter, niet elke wijziging van omstandigheden is voldoende om de partneralimentatie te wijzigen. De wijziging van omstandigheden moet dusdanig groot zijn dat de oorspronkelijke uitspraak of overeenkomst waarin de partneralimentatie is vastgelegd niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet.

Oordeel rechter
De rechter oordeelt allereerst - in het voordeel van Thijs - dat sprake is van een relevante wijziging als bedoeld in de wet, omdat Thijs de pensioen- en AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt. De hoogte van de partneralimentatie moet daardoor opnieuw vastgesteld worden door de rechter. Hoewel Lydia werkt op oproepbasis en een inkomen heeft, vindt de rechter dat Lydia nog behoefte heeft aan partneralimentatie, zodat de rechtbank een oordeel heeft gegeven over de draagkracht van Thijs, wat moet hij betalen?

In het nadeel van Thijs echter komt de rechtbank tot het oordeel dat Thijs zijn inkomen dat hij verwerft door te werken, moet gebruiken om alimentatie aan Lydia te betalen, ook al is hij pensioen- en AOW gerechtigd. Thijs heeft zelf de keuze gemaakt om te blijven werken en is verplicht dat inkomen aan te wenden om aan zijn alimentatieverplichting te voldoen. Door deze alimentatieverplichting heeft hij namelijk geen vrije keuze over de bestemming van zijn inkomen. Thijs moet blijven betalen dus; wel iets minder, namelijk € 1.786,00 per maand. 

Conclusie
Het enkele feit dat iemand recht heeft op pensioen en AOW, maakt niet dat diegene geen alimentatie meer hoeft te betalen, wanneer hij of zij zelf de keuze maakt om te blijven werken. Het feitelijke inkomen wordt meegenomen door de rechter bij de berekening van de hoogte van de alimentatie, naast AOW en pensioen en dus ook het salaris indien iemand uit vrije wil blijft werken.

Uitspraak: ECLI:NL:RBOBR:2022:1120
*Alle namen in deze blog zijn fictief. 

Meer weten? Neem contact met ons op door te bellen naar 078-6134533 of via jhs@silfhoutam.nl.